Steeds vaker gooien mensen het roer in hun loopbaan drastisch om. Sarina Kooij werkte als personeelsadviseur, nu helpt ze jongeren met het ontdekken van hun talenten. ,,Vroeger praatte ik vooral óver mensen, nu praat ik mét ze.”

SARINA KOOIJ: ,,ALS MENSEN OP DE GOEDE PLEK ZITTEN, LOPEN ZE MINDER SNEL VAST. 

Ze begon ooit als kapster. Maar dat zag Sarina Kooij (44) uit Zeewolde zichzelf niet tot haar pensioen doen. Via een uitzendbureau ging ze aan de slag als secretaresse, de papieren haalde ze terwijl ze al aan het werk was. Dat was ook het geval toen ze vervolgens in het personeelswerk
rolde. Ze is wat dat betreft een soort Pipi Langkous: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. ,,Eerst doen, dan leren: zo gaat dat bij mij.” 

Toen haar werkgever, een jeugdzorgorganisatie, reorganiseerde en er ontslagen dreigden, zag ze hoe verschillend haar collega’s hiermee omgingen. ,,Een aantal ging meteen op zoek naar iets nieuws, anderen verstarden en vroegen zich af: wat kan ik nu nog? Hierdoor werd mijn
interesse voor loopbaanontwikkeling gewekt.”

Jong en gek
Ze deed een opleiding voor loopbaancoaching en begon in 2016 als zelfstandig coach. Ze coachte volwassenen, maar verlegt de focus nu gaandeweg naar kinderen, jongvolwassenen en het onderwijs. ,,Dat past bij me. Ik voel mezelf ook eerder jong en gek dan stijf en ingewikkeld.”
Bovendien kun je niet vroeg genoeg beginnen met talentontwikkeling, vindt ze. ,,Ik zag bij mijn eigen kinderen dat hun talenten op school onvoldoende aangesproken werden. Er werd vooral een beroep gedaan op hun cognitieve vaardigheden, terwijl hun creatieve kwaliteiten onbenut
bleven.”

Volgens Kooij zouden leerkrachten op dit punt het goede voorbeeld moeten geven. ,,Hiervoor moeten docenten eerst hun eigen talenten en valkuilen kennen, ik help ze daarbij.”
Als je als kind je talenten en voorkeuren kent, helpt dat bovendien bij het kiezen van een vak waar je aanleg voor hebt én energie uit haalt. ,,Als mensen op de goede plek zitten, lopen ze minder snel vast. Burn-outs zie ik in mijn praktijk op steeds jongere leeftijd. Voorkomen is beter dan
genezen.”

Naast school bepaalt ook de thuissituatie of talenten tot bloei komen, weet Kooij uit ervaring. ,,Mijn eigen jeugd verliep niet vlekkeloos. Mijn ouders scheidden en ik had geen contact meer met mijn vader. Ik miste steun en woonde al vroeg op mezelf. Maar het was ook een andere tijd.”

Bij haar jeugdige klanten is praten niet altijd de manier om talenten te ontdekken. ,,Dan krijg je vaak sociaal wenselijke antwoorden. Iets doen werkt beter, samen wat bakken bijvoorbeeld. Dan zien ze hun eigen kwaliteiten en valkuilen. Kun je plannen, rekenen en omgaan met tegenslag als je baksel mislukt? Dat ervaren ze in de praktijk en dan hebben we het er over.”

In de toekomst wil ze woonbegeleiding bieden aan jongeren. Ook hiervoor heeft ze een ‘papiertje’ nodig dat er, als ze goed doorstudeert, over anderhalf jaar is. Maar Sarina zou Sarina niet zijn als ze ook hier niet op de zaken vooruit liep. Vorig jaar verhuisde ze met haar gezin naar een
pand dat te zijner tijd als gezinshuis ook woonruimte biedt voor jongeren. ,,Ze hebben dan een eigen opgang, maar ze kunnen wel met ons mee-eten. Ja, mijn man en kinderen moesten even wennen aan dat idee.”

Kooij ziet terugblikkend zowel overeenkomsten als verschillen tussen haar oude en haar nieuwe werk. ,,In beide gevallen zette ik me in voor de ontwikkeling van mensen. Maar als personeelsfunctionaris zit jeingeklemd tussen management en medewerkers en praat je vaak óver
mensen. Nu heb ik een zelfstandiger rol en praat ik vooral mét ze.”

× Stuur een bericht